Opening van het nieuwe oesterseizoen in Yerseke, waar de eerste Zeeuwse oesters worden opgevist in de Oosterschelde.
In Nederland worden twee soorten oesters gekweekt: platte Zeeuwse oesters en holle Zeeuwse oesters, ook wel creuses genaamd. De productiegebieden liggen allemaal in Zeeland; in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. De productie van exclusieve platte oesters bedraagt 1,5 – 2 miljoen stuks, de productie van de toegankelijkere creuses of holle oesters ligt veel hoger: 15-20 miljoen stuks. Er zijn 29 Nederlandse oesterkwekers, die allemaal lid zijn van de Nederlandse oestervereniging.
Huîtres – 8 r’s
Het oesterseizoen voor de Zeeuwse platte oester loopt van september tot april. Ze zijn dus verkrijgbaar in de maanden met de R. Het Franse woord voor oester is ‘huître’ en verwijst hier naar. Letterlijk vertaald betekent dit woord 8 ‘R’-en. De tijd van het oesterseizoen.
Het gaat de Zeeuwse oesters voor de wind. Vooral millennials weten het product zeer te waarderen. De Zeeuwse oesterkwekers moeten er wel alles aan doen om voldoende oesterlarfjes in te vangen en te helpen overleven. De andere liefhebber van oester, de roofslak, de Japanse oesterboorder, is hen steeds te slim af. Samen met onderzoekers van de aquacultuurgroep HZ University of Applied Sciences worden in de praktijk systemen getest die daarbij moeten helpen.
“Oesterkweek begint bij het invangen van eitjes of larfjes (oesterbroed) op harde, kalkrijke materie. Generaties voor ons gebruikten gekalkte dakpannen en nu hergebruiken wij hiervoor mosselschelpen. Het is restmateriaal uit de kokerijen.”, licht oesterkweker Hans Nelis het begin van de biologische cyclus toe. In elke Zeeuwse oesterschelp is een stukje mosselschelp terug te vinden.
Nieuwe systemen voor invang van oesterbroed
Op oesterkweekpercelen in de Oosterschelde en Grevelingenmeer worden bedden met mosselschelpen gecreëerd om oesterbroed te vangen. Sinds de komst van de nieuwe natuurlijke vijand, de Japanse oesterboorder, is de sterfte groot en staat de opbrengst onder druk.
Samen met onderzoekers van de aquacultuurgroep HZ University of Applied Sciences worden nu systemen getest die hoger in de waterkolom de oesterlarfjes een mogelijkheid geven zich aan hard, kalkrijk materiaal te hechten. Testen met sokken met mosselschelpen en staande stangen met gekalkte schoteltjes zgn. coupels – systemen die in Frankrijk succesvol worden gebruikt – laten veelbelovende resultaten zien. De roofslak, die op de bodem leeft, kan hier niet bij komen.
Voor- en nadelen
Onderzoeker Eva Hartog: “De alternatieve manieren van invang die wij nu testen laten bemoedigende resultaten zien. Door off-bottom te werken is er minder sterfte door oesterboorders. Hoger in de waterkolom is ook beter voedsel voor de oesters aanwezig.” Overigens is er nog een lange weg te gaan met regelgeving en vergunningen. Voor oesterkwekers betekent het daarnaast een investering in materiaal en arbeidsuren.
Millennials
Voorzitter van de Nederlandse Oestervereniging, Kees van Beveren, benadrukt de noodzaak voor innovaties in de oesterkweek. “Wij hebben een uniek Zeeuws product met een goed imago en een gezonde afzet. Het eten van oesters wordt ook steeds hipper onder vooral millennials. De kweek is wel uitdagend en verschilt per gebied. Zo valt er in het Grevelingenmeer – goed voor 25 procent van het productieareaal – geen oesterbroed meer vanwege de veranderde waterkwaliteit,” aldus Van Beveren.
Sterrenchef Jeroen Achtien (Inter Scaldes)
Topchef Jeroen Achtien die vorig jaar samen met zijn vrouw Sanne eigenaar van het gerenommeerde restaurant Inter Scaldes werd, is zeer te spreken over de smaak en mogelijkheden van de Zeeuwse oester. “De Zeeuwse oester is een pracht natuurproduct van hier om mee te werken.”
Oesters eten als wijn proeven
Volgens kenners is oesters eten zoiets als wijn proeven: je moet er de tijd voor nemen. Het water waarin de oester opgroeit is bepalend voor de smaak, zoals de grond waar de wijnranken groeien bepalend is voor de smaak van de wijn. Het begrip “terroir” uit de wijnwereld, is voor de smaak van de oester vertaald naar “merroir”. Het zoutgehalte van het water, de instroom van zoet water, de bodem waarop het schelpdier zich vestigt en uitgroeit, de stroming die het voedsel aanvoert, het plankton (plantaardig of dierlijk) dat door het water zweeft of op de bodem groeit, de watertemperatuur en zo meer. Is er in het zeewater volop voeding beschikbaar, dan zal een oester een vollere bite hebben dan wanneer er minder voeding in het water zit.
Zo eet je een oester
Tip: laat overtollig water uit de schelp lopen, glijd de oester naar binnen en kauw op de oester. Zo komt de zoete smaak los.
Foto’s Bureau van Sintnicolaas en Liesbeth Govers
Met dank aan:
Oesterij Yerseke www.oesterij.nl
Nederlandse Oestervereniging www.zeeuwseoesters.nl
Inter Scaldes www.interscaldes.nl