Als de kustbewoners van de Abruzzen Italië het hebben over frutti di mare, dan is de kans groot dat zij die hebben gevangen vanaf hun trabocchi: idyllische vissershuisjes, zwevend boven de azuurblauwe zee.
Tekst Eric Govers, Fotografie Liesbeth van der Wal
Het is nog vroeg als we de auto parkeren in het plaatsje Fossacesia aan de Adriatische kust. Ondanks het hoogseizoen is het even zoeken naar een cappuccino met een brioche (zoet ontbijtbroodje), want de meeste bars zijn op dit tijdstip nog gesloten. Italiaanse ondernemers wijken niet snel van hun dagelijks levensritme af, dus ook niet van hun openingstijden. De route langs zee was magnifiek. Dit deel van de Abruzzese kust is dan ook ruiger dan het noordelijke gedeelte, met zand-kiezelstranden en baaitjes die worden afgewisseld door lange stukken rotskust. Dankzij de zeestromingen is dit ook een uitstekend gebied voor visvangst.
GENERATIE OP GENERATIE
De opkomende zon beschijnt de vissershuisjes op hoge palen. Bij het eerste daglicht lijken deze trabocchi net monsterlijke krabben die uit zee komen kruipen. In Italië zijn de trabocchi beroemd en geliefd; sommige exemplaren zijn meer dan honderd jaar oud en vaak al vele generaties eigendom van dezelfde familie.
KLIMMEN IN DE PALEN
Vissen vanaf zo’n houten huisje boven zee vereist een speciale techniek. Aan vier lange hefboompalen is met touwen een vierkant visnet gebonden, de trabocchetto. Vissers kunnen het net met een houten schroefboom langzaam in zee laten zakken. Voor deze manier van vissen zijn minstens vier vissers nodig – de trabuccolantí – en nog eentje die de stroming goed in de gaten houdt. Soms is het ook nodig dat die in een van de hefboompalen boven zee klimt. Door de vele manoeuvres en bewegingen van de scholen vis in zee draait alles om timing. Wanneer het net gedeeltelijk weer wordt opgetakeld, worden de vissen met een schepnet uit de trabocchetto gehaald.
Het uiterlijk van de trabocchi is steeds weer fascinerend en raadselachtig, met een wirwar van balken en touwen dat ze bestand maakt tegen de vele stormen. Het is eigenlijk opmerkelijk dat de fragiel ogende, houten constructies hier al zo veel jaren staan. De eenvoudige bouwsels zijn van hout van acacia’s en de aleppoden gemaakt. De dragers zijn stevig verankerd tussen de rotsen, en contragewichten en veel draad- en touwverbindingen zorgen dat het geheel fier overeind blijft staan. Beide genoemde houtsoorten hebben de eigenschap dat ze elastisch en weerbestendig zijn en goed tegen het zoute water kunnen. De vlonders lopen al zigzaggend naar de platformen. Dit ligt niet aan de onkunde van de lokale timmerlui, maar heeft te maken met het feit dat er in deze rotsachtige zeebodem nauwelijks een paal in de grond is te slaan. Veel van de trabocchi zijn in de afgelopen decennia in verval geraakt en door de zee verzwolgen. Gelukkig is het regiobestuur van de Abruzzen zich bewust van de historische en culturele waarde van deze markante vissershuisjes en zijn er inmiddels speciale subsidieregelingen om de bestaande trabocchi te renoveren en herstellen. Sommige exemplaren worden nog steeds gebruikt waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren, maar een aantal vissersfamilies heeft ze inmiddels tot restaurant voor het zomerseizoen verbouwd.
VISSERSHUIS MET VERHAAL
Over de ontstaansgeschiedenis van deze bijzondere visinstallaties boven zee bestaan verschillende theorieën. Volgens een historicus uit Apulië stamt deze vorm van visserij al uit de periode van de Feniciërs. Dit volk uit het Middenoosten dreef al ver voor onze jaartelling handel in het middellandsezeegebied, maar ook met het Iberisch schiereiland, en het waren uitstekende kustvissers.
STERKE STROMING EN WOESTE ZEE
In de vijftiende eeuw streken Sefardische Joden vanuit Spanje en Portugal neer in Midden-Italië en zochten in de grotten van de Abruzzen beschutting tegen Christelijke vervolgers. Zij waren geen goede vissers en moesten hun vistechniek noodgedwongen verder ontwikkelen om in deze arme en droge streek toch aan voedsel te kunnen komen. Eén ding is zeker: door het gebruik van de trabocchi kon ook met sterke stromingen en woeste zee vlak voor de kust vis worden gevangen. Een sleepnet trek je immers niet zo gemakkelijk over de rotsachtige bodem.
Wie de overgebleven visserij-installaties met eigen ogen wil bekijken, verkent de veertig kilometer lange kustlijn tussen de stadjes Vasto en Francavilla al Mare.
Brodetto di Pesce alla Vastese
GERECHT VAN VISSERS
Het honderdtwintig jaar oude vissershuisje van de familie Verì werd tijdens een zware storm in 1979 volledig verwoest. Bruno Verì, inmiddels de derde generatie, en zijn vrouw Giuliana bouwden de steigers met familieleden en vrienden weer op en zijn sindsdien de trotse uitbaters van visrestaurant Pesce Palombo.
In de keuken treffen we Anna Bucciante, geboren uit Italiaanse ouders die in de jaren zeventig van de vorige eeuw vanuit de door armoede geteisterde Abruzzen naar Canada emigreerden. Toen Anna vijftien jaar oud was, keerden ze terug naar hun geboortestreek. Zij bereidt het typische streekgerecht ‘brodetto di pesce alla Vastese’ (vissoep in Vasto-stijl). Volgens Anna is dit een authentiek gerecht van vissers die geen verse tomaten en groenten voorhanden hadden als zij langdurig op zee verbleven.
Chef-kok Guilna Dellamarchsina is bezig met de voorbereidingen voor de diverse antipasti van gegrilde ansjovis, sardines en inktvis. Natuurlijk ontbreekt de pasta hier niet, zij het dat die dan rijkelijk gevuld is met schaal- en schelpdieren. Wie hier wil eten moet vooraf reserveren, want in het hoogseizoen is er voor Italiaanse levensgenieters niets romantischer dan op een zwoele zomeravond het zeewater onder het houten terras te horen klotsen. De ambiance is gemoedelijk; nonchalant hangen de visnetten met kurkdrijvers over de balustrades en simpele stoelen staan rondom lange houten tafels. ’s Avonds worden de petroleumlantaarns ontstoken en tijdens de maaltijd wordt de lokale Pecorino geschonken. Voor de beginnende wijndrinker is de wat straffe smaak misschien even wennen, maar in combinatie met de heerlijke visgerechten en de sterrenhemel zorgt hij voor een duizend-en-één-nachtsprookje op een unieke verlenging van het vasteland.
Koken & eten bij de familie Verì
Wilt u eten bij de familie Verì? Kijk op traboccopescepalombo voor informatie en reserveringen.
Voor wie alvast wil proeven: Hieronder drie heerlijke visrecepten van Bruno en Giuliana.
BRODETTO DI PESCE
ALLA VASTESE
VISSOEP UIT VASTO
(Voor- of lunchgerecht voor 6 personen)
1½ kilo gemengde vis: schelvis, koningsvis, tong,
stomkophaai, rog, calamares, schorpioenvis,
garnalen, mosselen (of andere vis van de visboer)
200 milliliter olijfolie
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1,2 kilo tomaten, in blokjes
½ paprika, in blokjes
peterselie, fijngehakt
zout
citroensap
6 sneden geroosterd brood
• Maak alle vis goed schoon.
• Giet de olijfolie in een hoge pan en voeg
de knoflook toe. Laat fruiten en voeg dan
de tomaten toe samen met de paprika en
de peterselie.
• Laat even inkoken en voeg dan beetje bij
beetje de verschillende soorten vis toe. Als
eerste de stevige vis en dan op volgorde de
soorten die steeds minder tijd nodig hebben
om te garen. Laat alles in totaal 15 minuten
koken.
• Breng op smaak met zout en citroensap.
• Serveer in een bord op geroosterde brood.
LATTERINO FRITTO CON
IL LIMONE
ZANDSPIERING MET CITROEN
(Voorgerecht voor 6 personen)
450 gram latterino (of zandspiering)
zonnebloemolie
1-2 kopjes bloem
zout en versgemalen peper
1 citroen
• Spoel de visjes af en droog ze met een doek.
• Verhit de olie.
• Rol de vis door de bloem met zout en peper
en bak ze daarna gedurende 3-5 minuten in
de olie tot ze bruin gekleurd zijn.
• Serveer de vis met een schijf citroen.
CARTOCCIO DI SARDINE
FRITTE OF ALICI FRITTE
GEBAKKEN SARDINE- OF
ANSJOVISHAPJES
(Voorgerecht voor 4 personen)
500 gram sardines of ansjovis
zonnebloemolie
bloem
zout en eventueel wat gedroogde rode pepertjes
citroensap
• Verwijder de kop en de ingewanden van de
sardines of ansjovis. Was ze onder de kraan
en laat uitlekken of droog ze met een schone
doek.
• Giet de zonnebloemolie in een daarvoor
geschikte pan en verwarm tot hij warm is
maar niet rookt.
• Rol de vis door de bloem en veeg de overtollige bloem eraf. Leg de vis in de olie en bak
tot hij bruin is.
• Haal de gebakken visjes met een spatel uit
de pan en leg op keukenpapier. Breng op
smaak met zout, rode peper en citroensap.
Gepubliceerd in Seasons
Met dank aan Monique Hendriks www.authentic-abruzzo.com