Chefchaouen, blauwe parel van het Rif

In het uitgestrekte Rifgebergte van Marokko ligt, tussen enorme bergpieken, de bijzondere stad Chefchaouen. ‘Achaouen’ betekent letterlijk geitenhoorns, waarmee het Berbervolk de bergpieken Tisouka en Megou bedoelt, die magisch boven de blauwe stad naar de hemel wijzen.

Chefchaouen, Blauwe stad in Marokko, reizen, Marokko, op vakantie, travel Marokko, reisverslag, tekst Eric Govers, Fotografie Liesbeth van der Wal, Santmedia.nl, foto's

Tekst Eric Govers, Fotografie Liesbeth van der Wal

Op het stoffige zandpad vol losse keien passeren we enkele zwaarbepakte ezels van boeren die met hun handelswaar al vroeg op weg zijn naar de medina in het dal. Zodra de eerste zonnestralen de droge vegetatie op de bergflanken bestrijken dringen de geuren van jasmijn en eucalyptus zich aan ons op. Langs dit slingerpad dat naar de noordelijke stadsmuur leidt staan we stil bij twee kindergrafjes waarvan de stenen randen hemelsblauw zijn geverfd. De stilte is zo tastbaar dat alleen een licht briesje onze mijmering doorbreekt. Ongetwijfeld was dit dezelfde bergpas waarlangs de Franse ontdekkingsreiziger Charles Foucauld in het jaar 1883 de stad benaderde. Samen met de Engelse journalist Walter Harris – beiden vermomd als Sefardische rabbijnen – wist Foucauld de stadspoort te passeren. Een andere waaghals, de Amerikaanse zendeling William Summers, had in 1892 minder geluk en keerde nimmer terug omdat hij hier werd vergiftigd. Tot 1920 lukten het slechts drie westerlingen binnen de stadsmuren van Chefchaouen te komen. Lang was het in zuidelijk Europa bekend dat dit verdreven volk een intense afkeer had van westerlingen.

Chefchaouen, Blauwe stad in Marokko, reizen, Marokko, op vakantie, travel Marokko, reisverslag, tekst Eric Govers, Fotografie Liesbeth van der Wal, Santmedia.nl, foto's

Geïsoleerd
Deze diepgewortelde afkeer vond zijn oorsprong in het huwelijk tussen de Portugese Isabella van Castillië en de Spaanse troonpretendent Ferdinand II van Aragón. Als de nieuwe machthebbers van het Spaanse Rijk ondertekenden zij in het voorjaar van 1492 het zogenaamde verdrijvingedict. Een besluit dat inhield dat alle in zuidelijk Spanje en Portugal woonachtige Sefardische joden zich tot het christendom dienden te bekeren of het land binnen negentig dagen moesten verlaten. Wie deze overeenkomst negeerde riskeerde niet alleen zijn have en goed maar ook zijn leven. Veel bemiddelde Sefarden bekeerden zich tot het christendom of vonden een oplossing door huwelijken te sluiten met de katholieke adel, waardoor hun eigendommen veilig werden gesteld. In datzelfde jaar vertrokken zo’n drie- tot vierhonderdduizend mensen berooid en opgejaagd naar de noordelijke kuststroken van Afrika en elders in het Middellandse Zeegebied. Voor Ferdinand II was dit vooral een legale manier om zijn schatkist te vullen, daar hij niet toestond dat goud, zilver of muntgeld zijn land verliet. Ook decennia erna waren deze vluchtelingen niet veilig voor de Spaanse en Portugese inquisiteurs in het Noordafrikaanse kustgebied. De vluchtelingen trokken verder landinwaarts om uiteindelijk hier, bij de waterbron van Ras El Maa, hun nieuwe nederzetting te stichten. Deze gefortificeerde enclave, waarvan de stadsmuren inmiddels met financiële steun van Unesco gerestaureerd zijn, bleef in handen van de legendarische vrijheidsstrijder Mohammed Ben Abdelkrim El Kattabi toen de Spanjaarden samen met de Fransen hier tussen 1921 en 1926 om bezit van het rifgebied vochten. Maar dat geschiedde niet zonder slag of stoot. In de ogen van de westerse wereld was de opmars van de rifboeren een verschrikking. De guerrillatechnieken van Abdelkrim en zijn strijders deden de Spaanse troepen verzwakken. Alleen al tijdens de omsingeling van het legerkamp Annoual werden door de rifguerrilla’s vijfentwintigduizend Spaanse soldaten gedood, tweeduizend man raakte vermist en negenhonderd mannen werden in gijzeling genomen. En dat alles nadat de Eerste Wereldoorlog nog maar net was afgelopen. In Europa was men oorlogsvoering letterlijk beu, en men slaagde er dan ook nauwelijks in om soldaten voor deze strijd te rekruteren. Toch lukte het de Franse troepen om Abdelkrim, een man met een sterk geloof en een ijzeren persoonlijkheid, op 26 mei 1926 te overmeesteren. Kort daarna werd hij naar het Franse eiland Reunion verbannen. Tot op de dag van vandaag wordt hij in Marokko als een grote volksheld gezien.

Chefchaouen, Blauwe stad in Marokko, reizen, Marokko, op vakantie, travel Marokko, reisverslag, tekst Eric Govers, Fotografie Liesbeth van der Wal, Santmedia.nl, foto's

Hemel op aarde
Binnen de stadsmuren valt direct de Andalusische bouwstijl van de huizen op. Nog verbazingwekkender is dat vrijwel alle gevels, stoepen en raamkozijnen kobalt- en indigoblauw zijn geverfd. Sommige bewoners hebben in hun ijver de hele bestrating blauw geschilderd, waardoor het lijkt alsof de hemel op aarde wordt weerspiegeld. Die traditie heeft een Joodse oorsprong. Tekhelet is de naam van een blauwe kleurstof die in vroeger tijden werd gewonnen uit schelpdieren. Lang werd het door de Sefardische Joden gebruikt bij de vervaardiging van hun traditionele gebedsdoeken. Deze kleur staat ook voor genezing en zorgt voor kalmte en concentratie. De blauwe, maar ook andere (verf)pigmenten zoals okergeel en smaragdgroen worden hier in jutezakken op straat te koop aangeboden. In de havenstad Tanger, van waaruit we de vorige dag vertrokken, viel ons oog op een afbeelding van een beroemd schilderij van Henri Matisse. Zijn ‘blauwe vensterraam’ dat hij in 1912 in de havenstad had vervaardigd is precies wat we hier aantreffen.

In dit labyrint met een wirwar van straatjes kun je gemakkelijk verdwalen. Naarmate we afdalen, naderen we de oude en levendige medina in het hart van de stad. De bakker plaatst zijn geurige versgebakken broden buiten op een houten rek en naast de leerbewerker en schoenmaker bevindt zich een atelier waar jonge mannen gebogen over hun werk kaftans, djellaba’s of takshitas (trouwjurken) borduren. Volgens ateliereigenaar Sharif hebben die laatste al gauw een levertijd van een week of twee. Te midden van klosjes vettige garen en glinsterende draden toont hij ons de meest gevraagde modekleuren van dit moment: pistachegroen en zachtroze.
Chefchaouen geniet in Marokko vooral bekendheid om zijn weefkunsten. Rondom het Uta el-Hammamplein bevinden zich veel werkplaatsen waar op houten authentieke weefgetouwen fraaie wollen dekens en tapijten worden vervaardigd. De kwaliteit die je hier aantreft zul je elders in Marokko niet terugvinden.

Met een glas muntthee genieten we op de brug van de Ban Onsarpoort van de activiteiten beneden in de rivier. Met blote voeten dompelen de vrouwen de vloerkleden en dierenhuiden in het snelstromende bergwater om ze na een flinke schrobbeurt op de rotsen te drogen te leggen. Er ontstaat een klein opstootje als een van de vrouwen vermoedt dat ze wordt gefotografeerd.
Alle Berbervrouwen dragen nog traditionele kledij: een hoed van stro en een rood wit gestreept schort om hun middel, waarbij de positie van de knoop hun burgerlijke staat aangeeft.

Chefchaouen, Blauwe stad in Marokko, reizen, Marokko, op vakantie, travel Marokko, reisverslag, tekst Eric Govers, Fotografie Liesbeth van der Wal, Santmedia.nl, foto's

Werelderfgoed
Even later laveren we weer tussen de geiten en ezels richting de medina en zien hoe kleine kinderen verstoppertje spelen of op hun broertje of zusje moeten passen. Op de markt heerst een gezellige drukte. Oude mannen drinken hun thee in de schaduw van de oude steeneiken. Tussen de aangeboden etenswaren, groenten, kruiden, zwarte olijfzeep en leren schoeisel ligt ook ‘handelswaar’ waarover in de westerse wereld aardig wat problemen zijn ontstaan. Dit berggebied is ook bekend vanwege zijn cannabisteelt. Het maakte Chefchaouen met name in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw een geliefd bedevaartsoord van hippies en bohemiens. Toch komt de hedendaagse toerist hier niet meer voor hasjiesj en marihuana. Het is vooral de schoonheid van de eeuwenoude medina in combinatie met de ontspannen en authentieke levensstijl die de stad één van de leukste en interessantste reisbestemmingen van Marokko maakt.
Terecht heeft de Unesco de stad op zijn werelderfgoedlijst geplaatst zodat ook de generaties na ons van deze blauwe stad kunnen genieten.

 

 

Met dank aan:

Alfred Russel, PubliPower
Parkeren bij Schiphol  www.a4-parking.nl
Nationaal Marokkaans Bureau voor Toerisme  www.visitmorocco.com

HOME